Geen gejuich, zonder confettiregen. Bij hem stonden er geen 350.000 mensen in de stad, zoals het geval was toen onze redactie in Kansas City aanwezig was bij de NFL Draft. Maar toch was Jay Berwanger historisch. Hij was namelijk de allereerste NFL draft pick, in 1936. Al zou hij nooit een down in de competitie spelen… en de president verminken.
De allereerste draft werd gehouden op 8 februari 1936 in het Ritz-Carlton Hotel in Philadelphia, de stad van Eagles-eigenaar Art Bell die de draft ‘uitvond’ voor de NFL. Veel meer dan wat krantenknipsels, korte visites en aanbevelingen van coaches had men niet om de draft picks te maken. En neem die aanbevelingen maar serieus: in de tweede ronde van de draft in ‘36 namen de New York Giants Alphonse ‘Tuffy’ Leemans. De fullback werd zowaar gekozen nadat de zoon van de eigenaar, Wellington Mara, Leemans zag spelen in college. Twee jaar later was Tuffy een van de redenen waarom de Giants het NFL-kampioenschap pakten.
Maar op kop van de NFL Draft stond dus Berwanger. Een veelbelovende speler van de universiteit van Chicago, die het seizoen ervoor de titel ‘most valuable football player east of the Mississippi’ won. Voor wie nu de wenkbrauwen fronst: een jaar later werd die titel omgedoopt tot… de Heisman Trophy. Zijn prijs? Een tripje voor twee naar New York, uitgerekend de plaats waar de trofee tegenwoordig wordt uitgereikt. Zijn bijnaam? ‘The Man in the Iron Mask’, omdat hij als een van de weinigen indertijd een helm droeg om zijn tweemaal gebroken neus te beschermen.
De Philadelphia Eagles hadden hem gekozen en verkochten zijn rechten al snel aan de Chicago Bears, maar Berwanger zou nooit een down in de NFL spelen. Hij vroeg een salaris van $1.000 per wedstrijd – een bedrag dat in die tijd ondenkbaar hoog was. Dat had ook een reden: Berwanger ambieerde een rol als olympiër in de tienkamp en wilde zijn status als amateur – toen mochten enkel niet-profs deelnemen aan de Olympische Spelen – behouden. Toen hij naast de Spelen greep, geraakten eigenaar George Halas en Berwanger alsnog niet tot een akkoord. Berwanger zou uiteindelijk nooit als Chicago Bear optreden. Meneer Halas had er nochtans 15.000 dollar voor over, wat nu zo’n 300.000 dollar omgerekend is.
Wat hij wél ging doen? Hij ging rubber verkopen. Eerst nog bij een baas, nadien met ‘zijn’ Jay Berwanger Inc. Met dat bedrijf specialiseerde hij zich in rubberen strips voor autodeuren, autokoffers en landbouwmachines. Het bedrijf bestaat overigens nog steeds, hij verkocht het in de jaren negentig toen het omzetten tot dertig miljoen dollar draaide. Uiteindelijk zou Berwanger ook nog rugby gaan spelen, op een niveau waarmee hij zelfs tot in de Rugby Hall of Fame geraakte.
Een alleskunner als mens én als atleet, dus. Wat vergis u niet: de NFL en football zag er in 1936 helemaal anders uit. Berwanger speelde in het ‘one-platoon system’, wat betekent dat je de drie fasen van het spel speelt én daarbij nooit het veld verlaat. Naast een uitstekende running back, kluste hij dus ook bij als linebacker en return specialist. In 1935 rushte hij zo voor 577 yards, passte hij voor 405 yards, returnede hij kickoffs voor 359 yards, scoorde hij zes touchdowns en maakte hij zelfs vijf extra points. Hij liet prachtige namen als Monk Meyer, William Shakespeare en Pepper Constable achter zich in de verkiezing van de Heisman.
Zijn meest illustere moment was toen eigenlijk al achter de rug. Berwanger speelde in 1934 als linebacker tegen Michigan en kwam er een zekere Gerald Ford tegen. Hij werd getackled door Ford, maar daardoor kwam de center weg met een lelijke snede in zijn gezicht. Het werd een litteken op het gezicht van… de 38ste president van de Verenigde Staten. Jawel, Berwanger ‘mismeesterde’ een latere president… “Elke dag keek ik in de spiegel en dacht ik aan Jay Berwanger”, zou de president zich later laten ontvallen.